Veel creatieve mensen zijn echte deadline werkers. Dat betekent dat ze werken volgens de strategie in het plaatje hiernaast. Niet dat dit nou de beste manier is, maar het is wel verklaarbaar:
Keuzes maken in een creatief proces is moeilijk, zeker als je perfectionistisch bent. Soms is een deadline het enige echt dwingende middel. Wat is hier mis mee, vraag je je misschien af?
Nou, vaak blijkt dat juist nadat je moeilijke keuzes hebt gemaakt er ruimte ontstaat voor nieuwe inspiratie, en je dus ineens verder kan. Maar met een planning zoals in dit plaatje is het dan te laat: de deadline is er en je levert noodgedwongen iets op waarvan je weet dat het beter kan.
Een cyclische benadering
Agile Scrum
Misschien heb je wel eens van de term Agile Scrum gehoord. Dit is een manier van werken waarbij je in korte trajecten van 1 of 2 weken aan (een deel van een) product werkt en dan oplevert. Dus iedere 2 weken een deadline. De feedback die je krijgt van de belanghebbenden (de klant bijvoorbeeld) geeft dan de input voor de volgende 2 weken. Dit proces herhaal je enkele keren en zo kom je tot een eindproduct.
Het voordeel hiervan is dat je door alle feedback veel sturing van de klant krijgt, en dat de klant zelf ook verantwoordelijk wordt voor het resultaat. Plus; je kunt elke twee weken nieuwe stappen definiëren; dat houdt het proces fris en dwingt je om keuzes te maken.
Agile Scrum is ontstaan in de software industrie en wordt tegenwoordig in veel verschillende bedrijfstakken gebruikt. Dit is omdat organisaties sneller kunnen beslissen om met een bepaalde ontwikkeling door te gaan of te stoppen: het maakt ze wendbaarder.
Design Thinking
Design Thinking is een methode om (complexe) problemen op te lossen door de menselijke behoefte hierin centraal te stellen. Je werkt van een brainstormsessie naar een prototype naar een praktijktest. Dit gebeurt in vijf stappen:
- Empathie (medeleven) ontwikkelen voor degene met het probleem
- Het probleem definiëren
- Ideeën genereren
- Een prototype maken
- De oplossing testen
Wanneer je na de laatste stap ontdekt dat het prototype het probleem nog niet (volledig) oplost, dan doorloop je de stappen nogmaals. Net zolang tot je er bent.
Een lineaire benadering
Het is goed om kennis te hebben van de Agile Scrum en Design Thinking werkmethodes, want deze komen in de praktijk het meest voor. Maar een lineaire benadering (alle stappen volgen na elkaar) is voor sommige projecten de beste methode. Denk maar eens aan schoolprojecten.
Het nadeel is dat wanneer bij de evaluatie blijkt dat het resultaat geen oplossing is voor het probleem, er vaak al veel tijd en geld in een project zit. Het is dus minder flexibel.
Hiernaast zie je al deze stappen onder elkaar. Je doorloopt het proces dus van boven naar beneden. Klap de termen open om per stuk meer informatie te lezen.
Hier begint je project mee. Stel jezelf de volgende vragen:
- Wie is de opdrachtgever?
- Wat zijn zijn de klantwensen?
- Welke omvang heeft het project?
- Welke aanpak is het beste?
- Welke afspraken horen hierbij?
- Welke planning hanteren we?
In de analysefase ga je onderzoeken. Je stelt jezelf een aantal vragen, zoals:
- Wat is de klantvraag?
- Wat is de vraag áchter de klantvraag?
- Wie is de eigenaar van het probleem?
- In welke context doet het probleem zich voor?
- Welke mogelijke oplossingsrichtingen bestaan er?
- Welke (voorlopige) ontwerpcriteria zijn er?
Nu ga je de kaders van het probleem vaststellen. Stel jezelf de volgende vragen
- Wat is de gedetailleerde probleemstelling?
- Welke definitieve ontwerpcriteria stel je?
- Wat is de ontwerpruimte (wat ga je wel en wat niet oplossen)?
- Welke overige kaders gelden er bij dit probleem (financieel, tijd, technologie, etc)?
In deze stap ga je zo veel mogelijk ideeën genereren. Stel jezelf de volgende vragen:
- Welke technieken kan ik gebruiken voor het bedenken van ideeën?
Nu maak je een keuze uit de beste ideeën en werkt deze in detail uit tot concepten. Stel jezelf de volgende vragen:
- Welke ideeën lossen de klantvraag het best op?
- Welke ideeën lossen de vraag áchter de klantvraag het best op?
- Welke ideeën passen bij mij als ontwerper of ontwerpbureau?
- Welke vaardigheden zijn nodig om een prototype te bouwen?
- Welke assets zijn hiervoor nodig?
- Waar moet het prototype aan voldoen om te kunnen testen?
- Wat wil ik met het prototype testen?
- Hoe ga ik deze test opzetten en uitvoeren?
- Hoe trek ik conclusies uit de test?
- Hoe verwerk ik de bevindingen uit de testfase in mijn definitieve ontwerp?
- Is het nodig om nogmaals te testen?
Wanneer je gaat presenteren stel je jezelf vooraf de volgende vragen:
- Aan wie presenteer ik?
- Welke informatie is voor de toehoorders het belangrijkst?
- Hoe biedt ik deze informatie het best aan?
- Welke middelen heb ik nodig?
- Welke problemen kan ik tegenkomen en hoe los ik die op?
Stel jezelf de volgende vragen:
- Wanneer moet ik opleveren?
- Waar moet ik opleveren?
- Volgens welke specificaties moet ik opleveren?
- Welke documentatie lever ik mee met het product?
- Welke onderhoud of nazorg is nodig?
- Welke follow-up is nodig na levering?
Analyseer het resultaat en het proces om mee te nemen in het volgende ontwerptraject. Stel jezelf de volgende vragen:
- Met welke belanghebbenden maak ik een evaluatie?
- Wat ging goed en/of minder goed in het proces?
- In welke mate is het resultaat een oplossing voor de eigenaar van het probleem?
- In welke mate is het resultaat een doeltreffend antwoord op de (vraag achter de) klantvraag?
- Welke aandachtpunten neem ik mee naar een volgend ontwerptraject?